Edit Content

Contact

Heeft u een juridisch probleem? Dan bent u bij ons aan het juiste adres. Wij verlenen juridisch advies, staan cliënten bij tijdens procedures en lossen conflicten op door middel van mediation. Neem gerust contact met ons op! 

Zuiver commercieel belang is ook een gerechtvaardigd belang

>

Zuiver commercieel belang is ook een gerechtvaardigd belang

3 augustus 2022

Op 27 juli 2022 heeft de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State (Afdeling) bevestigd dat de Autoriteit Persoonsgegevens (AP) onterecht een boete van € 575.000,- aan Voetbal TV B.V. (VoetbalTV) heeft opgelegd (ECLI:NL:RVS:2022:2173). De hoop bestond dat de Afdeling antwoord zou geven op de vraag of de AP terecht of onterecht meent dat een zuiver commercieel belang géén gerechtvaardigd belang kan zijn in de zin van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG). Het antwoord op deze vraag blijft echter uit.

Wat ging vooraf?

Op grond van de AVG mogen persoonsgegevens alleen worden verwerkt als daar een verwerkingsgrondslag voor is. Een van de zes verwerkingsgrondslagen van artikel 6 in de AVG is gerechtvaardigd belang (f-grond). Voor een geslaagd beroep op deze verwerkingsgrondslag moet aan drie voorwaarden zijn voldaan:

  1. de verwerkingsverantwoordelijke moet een belang nastreven dat een gerechtvaardigd belang is;
  2. de verwerking moet noodzakelijk zijn voor de behartiging van dat gerechtvaardigd belang; en
  3. de belangen van het betrokken individu mogen niet zwaarder wegen dan dat gerechtvaardigd belang

De AP meent dat zuiver commerciële belang geen gerechtvaardigde belang kan zijn. Volgens de AP is een gerechtvaardigd belang een belang dat in wetgeving of elders in het recht als rechtsbelang is benoemd. Zuiver commerciële belangen zijn dat volgens de AP niet.

Op 16 juli 2020 legde de AP een boete aan VoetbalTV op van € 575.000,- voor het onrechtmatig verwerken van persoonsgegevens. VoetbalTV was een videoplatform en sociaal medium voor amateurvoetbal en maakte in opdracht van voetbalclubs video-registraties van amateurwedstrijden. Zulke registraties konden onder andere online (terug) worden bekeken. De AP concludeerde dat VoetbalTV in dat kader onrechtmatig persoonsgegevens verwerkte, omdat VoetbalTV geen gerechtvaardigd belang bij de verwerking had. De AP kwalificeerde de belangen van VoetbalTV als zuiver commercieel van aard en stelde dat een zuiver commercieel belang volgens haar nooit een gerechtvaardigd belang kan zijn.

VoetbalTV ging in beroep tegen het besluit. Op 23 november 2020 concludeerde de Rechtbank Midden-Nederland dat de AP haar boetebesluit onzorgvuldig had genomen en vernietigde het besluit. De rechtbank oordeelde dat de AP een verkeerde uitleg had gehanteerd: ‘een gerechtvaardigd belang is een belang dat niet in strijd is met het recht en dus niet een belang dat uit het recht volgt.’ Ook oordeelde de rechtbank dat de AP de tweede en derde voorwaarde van de verwerkingsgrondslag onvoldoende had onderzocht.

De AP stelde vervolgens hoger beroep in bij de Afdeling.

Hoger Beroep

In hoger beroep benadrukt de AP haar standpunt dat VoetbalTV geen gerechtvaardigd belang had, omdat haar belang zuiver commercieel van aard was. VoetbalTV licht echter toe dat haar belangen niet zuiver commerciële belangen zijn, maar zijn gelegen in:

  • het vergroten van de betrokkenheid en het spelplezier van voetballiefhebbers;
  • het kunnen uitvoeren van technische analyses door de voetbalclubs en derde partijen; en
  •  het mogelijk maken om wedstrijden op afstand (terug) te kunnen kijken.

De Afdeling bevestigt allereerst dat het aan de verwerkingsverantwoordelijke is om te stellen wat het belang bij een verwerking is, waarom die verwerking noodzakelijk is en waarom daarnaar moet worden gehandeld. Het is vervolgens aan de AP om dat te controleren, aldus de Afdeling. Daarbij reikt de Afdeling de AP enkele handvatten aan: de AP moet beoordelen wat de verwerkingsverantwoordelijke werkelijk doet, of de gestelde belangen daarmee overeenkomen, of die belangen ook werkelijk worden behartigd door de verwerking en of die belangen gerechtvaardigd zijn.

Vervolgens volgt de Afdeling VoetbalTV in haar standpunt dat geen sprake is van een zuiver commercieel belang. Omdat de AP dus niet alle gerechtvaardigde belangen van VoetbalTV heeft meegenomen, komt de Afdeling tot de conclusie dat de AP op onjuiste gronden heeft geconcludeerd dat VoetbalTV niet in overeenstemming met de voorwaarden van de verwerkingsgrondslag heeft gehandeld. Daarop constateert de Afdeling dat de vraag of een zuiver commercieel belang op zichzelf een gerechtvaardigd belang kan zijn daarom niet hoeft te worden beantwoord. In het verlengde daarvan vindt de Afdeling het niet nodig voor de beoordeling van de zaak om prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie van de Europese Unie te stellen.

De Afdeling verklaart het hoger beroep van de AP ongegrond en bevestigt de uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland.